Hoofdstuk 8 – Zaterdag 7 april

Hoofdstuk 8 – Zaterdag 7 april

Het weer: Een heldere zonnige dag. Koele wind. Zicht uitstekend.

De afgelopen nacht had met name de Klumpershoek/het Zuidbroek opnieuw onder bijzonder zwaar vuur gelegen van de Canadese artillerie die op het Tusveld stond opgesteld en veel boerderijen in dit gebied werden (soms zeer zwaar) beschadigd, voor zo ver ze dat nog niet waren. De Duitse weerstand tegen de herhaaldelijke Canadese aanvallen bleef echter onverminderd fel en sterk en veel dorpsbewoners namen de wijk, o.a. richting Hoge Hexel.

Gedurende de voorgaande nacht gaf informatie van lokale bronnen (die bevestigd werd door een verkenningspatrouille) echter aan, dat de vijand zich voldoende ver terug had getrokken om te trachten een bruggenhoofd te veroveren bij de fabriek van ten Bos. Bij het eerste daglicht rukte een peloton van A-compagnie onder leiding van luitenant Gus Granbois op over en langs de Almelosestraat en de bulldozers van de Engineers bouwden in snel tempo een dam van puin over de vernietigde brug over de Aa , zodat een groep tanks van de South Alberta’s dit obstakel kon oversteken om steun te verlenen aan de infanteristen.

Men zat bij ten Bos echter muurvast door de fanatieke Duitse tegenstand en kwam die dag niet verder richting Wierden. De Algonquins riepen vervolgens de hulp in van de geallieerde luchtmacht en Typhoon jachtbommenwerpers voerden nog die zelfde middag aanvallen uit op de kanonnen op het v.d. Berg plein, echter zonder merkbaar succes maar wel met veel schade aan gebouwen in het dorp.

Tijdens de geallieerde opmars cirkelden groepen van deze zwaarbewapende jachtbommenwerpers voortdurend boven het front, waarbij zij door de grondtroepen opgeroepen konden worden om steun te verlenen indien dit gewenst was. De aan te vallen doelen werden door de grondtroepen per radio aan de vliegers gemeld, waarop deze in actie konden komen, hetgeen veelal betekende, dat dit laagvliegend diende te gebeuren wat hen zeer kwetsbaar maakte.

Naast voornoemde aanvallen op het v.d. Berg plein, werden ook de Duitse stellingen in het Zuidbroek/de Klumpershoek aangevallen door deze “vliegende artillerie”. Tijdens één van deze aanvallen werd een Typhoon getroffen door Duits luchtafweergeschut en moest de vlieger het toestel per parachute verlaten. Het betrof Warrant Officer Ainsley van nr. 263 sqn. van de RAF, die deze ochtend vanaf het vliegveld bij Mill was opgestegen. Hij kwam ongedeerd aan de grond bij de Doodsweg in Bornerbroek, terwijl zijn toestel enkele honderden meters verder te pletter sloeg. Dit voorval vond plaats tijdens een poging van de pelotons 16 en 18 van de Algonquins om ook via een omweg door de Klumpershoek/het Zuidbroek zich een weg naar Wierden te banen, maar deze poging strandde in het hevige afweervuur van de Duitse parachutisten en de Canadezen waren gedwongen zich terug te trekken. Op basis van de van deze twee pelotons ontvangen informatie liet C-compagnie het mortierpeloton van de Algonquins zwaar geconcentreerd vuur uitbrengen op doelen in de Klumpershoek/het Zuidbroek die door de compagnie-observatieposten werden aangewezen. D-compagnie voerde vervolgens een aanval uit in de richting van het punt waar de Stokkelersweg uitkomt in de Zuidbroeksweg met als bedoeling om de Duitsers in de Klumpershoek/het Zuidbroek te omcirkelen en daarna te vernietigen, maar deze poging strandde door de heftige tegenstand en werd uiteindelijk afgelast toen de avond in viel.

Vanwege de voortdurende zware gevechten en de niet aflatende beschietingen van hun directe omgeving, besloten een aantal bewoners van de Klumpershoek/het Zuidbroek en de bij hen aanwezige verzetsmensen, vluchtelingen en onderduikers om uit het frontgebied weg te trekken. Een Wierdenaar en één van deze vluchtelingen (die engels sprak, wat de aanwezige Wierdenaren niet deden) konden ondanks de felle strijd die onverminderd voortging, naar de Canadese linies sluipen. Zij wisten hen te bewegen hun vuur voor enige tijd te staken, om zodoende de burgers de gelegenheid te bieden zonder te veel risico uit de frontlinie weg te trekken. Tot ieders grote opluchting gaven de Canadezen gehoor aan deze oproep en zwaaiend met een witte vlag ging de groep van 37 personen op weg. Gelukkig staakten ook de Duitsers het vuren en bereikte men veilig de Mosterdpot. Te midden van deze vluchtenden bevond zich een Duitse militair, welke eerder gedeserteerd was en tot dan toe verborgen was gehouden. Hij was van een overal voorzien en duwde te midden van de vluchtelingen een kinderwagen voort, om zo min mogelijk op te vallen. Een slecht ter been zijnde oudere dame werd in een kruiwagen in veiligheid gebracht.

Terwijl de strijd om het dorp Wierden voortduurde, trokken Canadese tanks en pantserwagens op vanuit Daarle en Daarlerveen richting Wierden en slaagden zij er deze dag in om via Hoge Hexel de omgeving van de Vossebos te bereiken.. Dit betekende dat zij nog slechts enkele kilometers ten noorden van Wierden waren en met de Algonquins en South Alberta’s bij ten Bos, begonnen de Duitsers te beseffen dat hun posities in en rond Wierden zeer hachelijk dreigden te worden

 Stichting Historische Kring Wederden.

Gepantserde bulldozer van de genie.

De fabriek van  ten Bos met de vijver aan de Almelosestraat, kijkend richting het dorp.

Achter op de foto de woning van de directeur van ten Bos.

Typhoon jachtbommenwerper zoals o.a. ingezet bij Wierden.

Bewapening:  4 x 20 mm. kanonnen en 2 bommen van 227 of 454 kg.

Staghound pantserwagens van de Manitoba Dragoons op 7 april de bevrijders van Hoge Hexel.