Hoofdstuk 2 – De Duitse bezetters

Hoofdstuk 2 – De Duitse bezetters

De Duitsers beseften dat een aanval op Wierden vanuit Almelo alleen over en vlak langs de Almelosestraat mogelijk was, daar de weilanden aan weerszijden van die straat voor de aanvallers te drassig waren om met voertuigen te berijden, laat staan met zware tanks.  Ook de Canadezen realiseerden dit en een aanval op Wierden vanuit een andere richting komt niet aan de orde in de Canadese dagboeken.

De Duitse tegenstanders van de Canadezen in en rond Wierden, waren zeer ervaren parachutisten o.a. van de Hermann Göring Divisie die onder meer in actie waren geweest tijdens de slag om Arnhem en de gevechten om het Duitse Reichswald bij Kleve.

Hun gelederen bestonden uit de volgende eenheden: 38 Para Regiment van de 7e Para Divisie,

32 Para Regiment van de 8e Para Divisie en het tweede peloton van 267 Flak Bataljon (FLieger Abwehr Kanone = luchtafweer). Ervaren, fanatiek, met een prima uitrusting en met goede verdedigingsposities, waren hun acties naast die in en om Delden de eerste serieuze tegenstand die de Canadezen in onze omgeving ondervonden.

De Duitse bezetters waren zeer goed geplaatst om o.a. de weg naar Almelo te bestrijken en zij beschikten over voldoende zware ondersteuning om elke poging van een aanval op hen te ontmoedigen. Dit te meer daar ten oosten van de kern van Wierden de Aa (door de Canadezen Holander Graven genoemd) liep, welke door de Canadese infanterie moest worden overgestoken om het dorp binnen te komen en waarvan de brug over de Almelosestraat was opgeblazen. Tevens hadden de Duitsers ter hoogte van de kop van het kanaal een versperring van boomstammen over de Almelosestraat laten vallen, terwijl de toenmalige houten brug over het kanaal in de oude Wierdenseweg (iets ten noorden van de huidige jachthaven) ook was opgeblazen.

Het was het oude verhaal van een paar fanatieke verdedigers, die een vitale positie uitgekozen hadden als hun steunpunt, een herhaling van een dozijn of meer vertragingsacties die de Canadezen eerder in hun campagne, met name in zuid Nederland, hadden te verduren.

De Duitse parachutisten hadden de beschikking over enkele anti-tankkanonnen (waarschijnlijk van het type 50 mm. PAK 38 en/of 75 mm. PAK 40 en/of multifunctioneel 88 mm. geschut) onder meer opgesteld in de buurt van het van der Bergplein, achter de algemene begraafplaats en aan de Almelosestraat in de tuin van de fam. Veneman. Vanuit deze posities hadden zij een goed zicht en schootsveld over en op de Almelosestraat en de directe omgeving daarvan. Zij beschikten tevens over mortieren, welke in actie kwamen tijdens ten minste één van de Canadese aanvallen op Wierden en wel vanuit de omgeving van het Haarbos, alsmede over een stuk 20 mm. Flakvierling, dat ook bij de eerder genoemde overvallen op de Canadese hoofdaanvoerroute werd ingezet.

Er werd geen starre, maar een zeer flexibele verdediging gevoerd, waarbij het Haarbos en de omgeving van Ypelo vaak als uitvalsbases werden gebruikt om van daar uit grotere of kleinere groepen soldaten naar door de Canadezen bedreigde locaties te sturen en zij bewogen zich gedurende de strijd om Wierden derhalve veelvuldig in grotere en kleinere aantallen door het gehele gebied.

 Stichting Historische Kring Wederden.

Duitse paratroepen met hun specifieke helmen.

Duitse handwapens

Duitse kanonnen.