Rijssensestraat – De oorlogsjaren

Rijssensestraat – De oorlogsjaren

De voorbereidingen voor de herdenking van de bevrijding van de 2e wereldoorlog zijn in volle gang in de buurt van de Rijssensestraat. Maar liefst 77 jaar geleden is Nederland bevrijd van de Duitse bezetting. Wat een lange tijd en hoe blijven we deze herdenking in leven houden. Nu… en ooit. Laten we de verhalen doorvertellen en droppen…

Vergeten mogen we nooit

Er schijnt een waterig zonnetje naar binnen en buiten is het rond het vriespunt. De geur van verse koffie dringt onze neus binnen. Op tafel staat een schaaltje rijk belegde krentenwegge. Aan tafel zitten heren die de oorlogsjaren aan de Rijssensestraat hebben mee gemaakt. De oudste van het gezelschap komt uit 1931. Volgens eigen zeggen: de oudste bewoner van de buurt. Rondom de tafel scharrelt de jongste bewoner van de buurt, de 1-jarige Olle. Voor deze generatie en nog velen later is het overdragen van de herinneringen een groot goed. Langzaam komen de verhalen los. De verhalen over de oorlogsjaren. Herman, de oudste van maar liefst 91 jaar werd aangevuld door de jongere heren. De jongere heren hebben de oorlog als kleuters hebben beleefd. Zij vertellen aan Sanne, een 36 jarige moeder die enkel de oorlogsverhalen uit boeken en de tv kent. Hoe geeft deze generatie door en zorgen we ervoor dat dit nooit wordt vergeten.

Herman was nog net geen tiener toen de Duitsers Nederland binnendrongen en bezetten. Het was mei 1940. Hij woont in een klein boerderijtje aan de Rijssensestraat. Samen met zijn broer zat Herman op een paar melkbussen voor het huis. De stroom Duitsers gade te slaan. De duitsers trokken ons land binnen en kwamen langs Wierden op huifkarren met 2 paarden ervoor. Een lange rij trok richting het westen van Nederland. Toen begon het….

De oorlogsjaren aan de Rijssensestraat in Wierden

Er kwamen jaren van angst en razzia’s maar volgens de heren had men hier wel voldoende te eten. De verhalen komen langzaam los. Laten we maar eens beginnen bij de winkel bij Jeurissen. Een winkel waar je bijvoorbeeld pannen, kopjes en borden kon kopen. Het zag er van buitenaf heel normaal uit, maar ondertussen… Onder het etalageraam scharrelde een varken. Dat varken werd gehouden voor eten. Het varken had natuurlijk wat stro nodig en mocht beslist niet gevonden worden door de Duitsers, want dan namen ze het geheid in beslag. Je raadt het al, de Duitsers zagen dat er stro werd gehaald. Snel werd het stro in de sloot gegooid en werd het op een rennen gezet, ze maakten dat ze wegkwamen. Het varken is gelukkig nooit ontdekt door de Duitsers. Met elkaar deden de bewoners alles om het eten veilig te stellen.

De heren herinneren zich nog heel goed enkele kinderen van een gezin uit de buurt. Dit waren mooie muiters als we het mogen geloven. Zij waren rond een jaar of 14 en liepen te slenteren langs de straat op de hoek van de Zandinksweg en de Rijssensestraat. Op dat moment marcheerden de Duitsers langs. Eén van de kinderen durfde hen warempel na te roepen: Rot moffen! Een Duitser stopte, stapte uit de rij marcherende militairen en waarschuwde de jongens dat ze dit echt nooit meer moesten doen. Dit kon de dood betekenen.

De Duitsers hielden in de oorlogsjaren vele razzia’s, zo ook hier in de buurt. Er werden verschillende dagen razzia gehouden. Zo is er bij één van de razzia’s druk gezocht naar een stel jongens die waren aangesloten bij de ondergrondse. Waar nu autobedrijf Zwijnenberg zit, zat destijds een timmerbedrijf van Kolkman. Zijn jongens waren alle drie bij de ondergrondse. De Duitsers wisten dit en kwamen hen halen. Maar dit hadden de jongens door…. De jongens vlogen de achterdeur door, renden het land op en waren weg…. Ze zijn nooit te pakken gekregen.

Herman kan zich nog heel goed een razzia herinneren, waarbij hij door zijn moeder op de fiets werd weggestuurd. Hij moest zijn broer waarschuwen die in Rijssen was. Hij snelde op de fiets naar Rijssen toe. Helaas kon hij bij binnenkomst in Rijssen zijn fiets direct inleveren bij de Duitsers. Gelukkig is zijn broer veilig gebleven.

Aan de overkant van de Rijssensestraat stond een V1-lanceerbaan. Dit was een soort van lanceerbasis waarmee een raket werd afgevuurd. Dit was een gevaarlijk klusje en werd vaak door de krijgsgevangen gedaan. Ze hadden als doel: Antwerpen. Helaas ging dat nog wel eens mis. Ze kwamen niet over of kwamen ver van Antwerpen terecht. Ook bleven ze wel eens lang rond cirkelen. Dit was heel gevaarlijk en de buurt was angstig dat ze in de omgeving zouden neerkomen. Er waren dan ook flink wat schuilkelders diep achter in de tuinen aan de Rijssensestraat. Sommigen wel voor 20 man.

Zo weet Herman zich ook nog heel goed een voorval te herinneren van koeien die waren los gebroken. Deze liepen in de wei tegenover de Rijssensestraat waar vroeger de boerderij stond van Dekkers. Het was mooi weer en de Duitsers waren dichtbij. Ineens hoorden ze de losgebroken koeien. Herman snelde de straat over om de koeien terug te sturen in de wei. Aan de rand van de wei was een aardappelkuil waar je niks van kon zien, door blad met een heg ernaast. Herman springt in de aardappelkuil en op dat moment komen er allemaal Duitsers omhoog. Ze keken Herman aan met een dreigende blik en de geweren in de aanslag. Herman wist niet hoe snel hij naar huis moest snellen.

De jaren van oorlog waren vreselijk en vol ervaringen. Hier aan de Rijssensestraat zijn nog enkele punten in de buurt waar je teruggaat in de tijd. Zo zit er achter Golfbaan De Koepel een bos met een overweg. Daar stond een wachthuisje en waren schuttersputjes langs de spoorlijn. De vierkante gaten zijn dichtgewaaid, maar zitten er nog wel.

De bevrijding

De bevrijding was het moment waarop alle inwoners wachten. Eindelijk was het dan zover! Bevrijdingsdag kwam en Herman ging samen met zijn vader en zwager lopend naar de dorpskern van Wierden. De Canadezen kwamen Wierden binnen voorbij de fabriek van Ten Bosch. Daar zit nu woonwijk De Aa. Bij voormalig restaurant De Zwaan was een plein. Hier lag een dode soldaat met een groot kruis en een Duitse helm erop. Ze hadden verloren. Tijdens de bevrijding zijn er een flink aantal NSB’ers opgepakt. Zij werden in het gemeentehuis gestopt. Daar werden de hoofden van de dames kaal geschoren en moesten zij met tandenborstels en gewone borstels de straat schoonmaken. Dat was de straf en de dorpelingen liepen langs en keken toe.

Om met elkaar terug te denken en de oorlogsjaren te herinneren is het doorgeven van deze en veel meer verhalen van groot belang. Het is aan ons allen om de verhalen te blijven droppen. Zo ‘droppen’ we naast voedsel, medicijnen en munitie in de oorlogsjaren, nu ook de verhalen. Vertel het voort en zorg met elkaar dat we dit nooit meer hoeven doormaken. Het thema dat wij aanhaken en uitbeelden verteld de verhalen van de oorlogsjaren middels droppingen van voedsel, soldaten, munitie en meer. Soms gaat het goed, soms gaat het mis. Zo zie je een Spitfire, militairen aan parachutes en gedropte pakketten vanuit de lucht. De hoeveelheid verlichte parachutes zullen het een prachtig schouwspel maken.

Bedankt

Samen met de vrijwillige inzet van de bewoners van de buurt is aan deze presentatie hard gewerkt. Met dank aan enkele sponsoren zoals Autobedrijf Zwijnenberg, Lammertink Wierden, Nieuwenhuis meer dan een makelaar, Adcam Administraties, Robijn Revisie en de giften van bewoners zijn materialen aangeschaft. De dames uit de buurt hebben uren achter de naaimachines doorgebracht om de parachutes te maken. Er is een flinke ploeg van buurtbewoners druk geweest om een heuse Spitfire na te maken en de straatversieringsploeg heeft zich flink ingespannen om een indrukwekkende entree te realiseren bij de straat. Al met al zijn de handen flink ineen geslagen en hebben de buurtbewoners fantastisch samengewerkt om dit resultaat neer te zetten.

Jij komt toch ook kijken tijdens de lichtroute?!