Hoek Rijssensestraat – Grimbergerweg – Executie 10 mannen

Hoek Rijssensestraat – Grimbergerweg – Executie 10 mannen

Plaats Notter – Hoek Rijssensestraat – Grimbergerweg: Voorstelling Executie 10 mannen 29 maart 1945

Met onze groep hebben we een silhouetten uitbeelding gemaakt van de executie van 10 mannen aan de Rijssensestraat op de plek waar nu een monument staat ter hoogte van de tunnel. Wij hebben als eerste de historie achter het monument achterhaald. De aanleiding van de executie is een represaille maatregel van de van Duitsers. Het monument aan de Rijssensestraat in Wierden is opgericht ter nagedachtenis aan de tien mannen die hier op 29 maart 1945 bij wijze van represaille door de bezetter zijn gefusilleerd.

De namen van de tien slachtoffers luiden: Jacob Roël, Jacob Albers, Hendrik Bannink, Adriaan Hendriks, Albertus Huiberts, William Jakma, Eduard Keilholtz, Johan Langkamp, Hendrik Maaskant en Sico Sietzema.

In de nacht van 28 op 29 maart 1945 werd een aantal mannen geboeid de gevangenis van Almelo binnengebracht. Vier van hen kwamen uit cellen van een kazerne in Apeldoorn en elf uit een gevangenis in Zwolle. Nog vijf gevangenen, die al in Almelo waren, werden aan de groep toegevoegd. De meesten van hen waren verzetsmensen. Om halfzeven in de ochtend werd de groep in twee vrachtauto’s geladen. Bij de fabriek van Ten Bos aan de Almelosestraat te Wierden stopten de wagens. Tien mannen moesten uitstappen en op een rij op het fietspad gaan staan. Het was de groep uit Apeldoorn, bestaande uit Hendrik Jordens, Hattias Boers, Berend Dijkman, Lulof de Wilde, de vijf die al in Almelo aanwezig waren, te weten Pieter Wolfert, Herman Kampman, Johannes Verdriet, Jan Seckel en Wietse Douwsma en de uit Zwolle afkomstige Free Roskam. De mannen werden onder het oog van toevallige voorbijgangers en de tien overgebleven mannen uit Zwolle gefusilleerd. Vervolgens vertrokken de vrachtauto’s in de richting van Rijssen. Bij de ‘Grimberg’ werd opnieuw gestopt. De overige tien gevangenen stapten uit en werden na een kort commando door de SD’ers doodgeschoten. Op bevel van de bezetter moesten de lichamen van de slachtoffers op beide plaatsen tot twaalf uur ’s middags blijven liggen.

Wat er na de fusillade gebeurde, is door Klaas van der Weerd (oud-politieman en leider van het verzet) als volgt omschreven: ‘Op donderdag vóór Pasen, 29 maart 1945, fiets ik ’s morgens omstreeks halfacht van mijn tijdelijke adres bij de familie Buitenweg in het Zuidbroek naar het bureau. Bij de fabriek van Ten Bos aan de Almelosestraat zie ik een oploop van mensen. Als ik dichterbij kom, hoor ik al van enige omstanders wat er daarvoor is gebeurd: tien mannen zijn door een Duits vuurpeloton doodgeschoten. Ik zie de lichamen van de tien op het fietspad liggen; sommigen zijn in een zgn. ‘eenmansgat’ gevallen, dat zijn smalle gaten, gegraven in de berm langs de weg, van waaruit een soldaat kan schieten als de vijand dichterbij komt. Tegen twaalf uur ’s middags komt de gemeente-opzichter Rutgers; samen overleggen we hoe de lichamen het best naar de EHBOpost in de oude openbare school kunnen worden gebracht. Rutgers gaat nu naar het gemeentehuis om te regelen dat er met spoed twintig houten kisten worden gemaakt. Aan Schipper, die de leiding heeft, zeg ik dat alles wat gevonden is, schoenen, ringen, kleding, enz., in aparte, genummerde zakken moet worden gedaan; de kist met het lichaam van wie dat dan is, krijgt hetzelfde nummer. Dat moet gebeuren om later te kunnen vaststellen om welke personen het hier gaat, want van de meesten weten we niet wie het is. De nabestaanden van vier of vijf die we wél kunnen identificeren, krijgen onmiddellijk bericht. Tot diep in de nacht wordt er op de post gewerkt. Op een gegeven moment komt de Wierdense NSB-commandant vertellen dat de SD bijzonder kwaad is dat de twintig nog niet in een massagraf begraven zijn, wat ze wel bevolen hebben. Vóór de volgende morgen zes uur, vóór zonsopgang, moet dat gebeuren. In alle vroegte vindt de begrafenis op het kerkhof plaats; bij elk graf wordt een paaltje met een nummer erop geplaatst.

Na de bevrijding wordt het speurwerk naar de identiteit van de overige slachtoffers voortgezet. Op één na kan van allen worden vastgesteld wie het zijn. Pas veel later komt een moeder met twee zoons op mijn bureau; ze zijn op zoek naar hun vermiste zoon en broer. Hij is op 22 maart 1945 in Apeldoorn gearresteerd en met onbekende bestemming weggevoerd. Van een helderziende horen ze dat hij terecht is gekomen in een plaats met een ‘A’ als beginletter; in de omgeving van die plaats zou hij begraven zijn. Na veel zoeken komt de familie in Almelo terecht en daarna op het politiebureau in Wierden. Uit de overgebleven bezittingen en een stuk stof dat na de opgraving van het lichaam van een vest wordt geknipt, blijkt om wie het gaat. Het is inderdaad de gezochte Lulof de Wilde uit Apeldoorn.’

Omdat het een executie betreft willen we zo respectvol mogelijk te werk gaan. We hebben hiervoor zelfs contact gezocht met de familieleden van de slachtoffers. We hebben één iemand uit Zwolle weten te vinden en hebben gevraagd om toestemming. Nadat we dit gekregen hadden zijn we aan het werk gegaan. We maken van houten platen de silhouetten van de geëxecuteerden, de Duitse soldaten en hun SD commandant. Allemaal op ware grootte.

Ondertussen start de zoektocht naar de Duitse vrachtwagen, waarmee de gevangenen vervoerd zijn. Nergens in de archieven weten we te achterhalen welk type vrachtwagen dit geweest zou kunnen zijn. Wel weten we dat de Duitsers vooral met Opel Blitz en Citroën U23 reden. We zijn op zoek gegaan naar deze voertuigen. De Opel Blitz vonden we in het museum Overloon. Echter met een open laadbak. Onze zoektocht bracht ons uiteindelijk naar de omgeving van Brussel, daar vonden we een Citroën U23. Frappant detail deze truck werd net gereed gemaakt voor de opnames van de slag om de Schelde. De eigenaar vond ons verhaal echter zo intrigerend dat we langs mochten komen. Gewapend met een goede camera hebben we foto’s geschoten van een echte uit de oorlog bewaarde Duitse truck. Deze zijn veel zeldzamer dan de vele geallieerde spullen welke achter gebleven zijn.

Vervolgens foto’s gemaakt van de executieplek. Het hedendaagse techniek de truck hierin geplaatst. Zodat deze straks op ware grootte op doek te zien zal zijn.

De persoonlijke verhalen van alle slachtoffers hebben we op grote houten platen geprint en deze zullen te lezen zijn in het diepvrieshuisje aan de Grimbergerweg. Deze persoonlijk verhalen werden bewaard in het archief van de School met de Bijbel Notter-Zuna. We mochten ze lenen zodat we ze op de houten platen konden printen.

In heel Notter en Zuna zal aan elke woning een vredesduif hangen tijdens de lichtroute. Een team van buurtbewoners heeft ruim 150 vredesduiven gemaakt.