Grafmonument voor Rikus Beverdam.
Datum/Tijd
Date(s) - 01-03-2025 - 05-05-2025
Hele dag
Categorieën Geen Categorieën
Grafmonument voor Rikus Beverdam.
Datum:
- Vanaf 1 maart 2025
Locatie:
- Begraafplaats Appelhof, Appelhofstraat 28, 7641 CA Wierden, Plek D-028.
Omschrijving:
Voor oorlogsslachtoffer Rikus Beverdam is een grafmonument opgericht. U kunt vanaf 1 maart de grafzerk bezoeken op begraafplaats de Appelhof. Plek D-028.
Het initiatief komt vanuit Stichting Begraafplaatsen Wierden Enter.
Financiële ondersteuning door Cogas en St. Vier de Vrijheid Wierden Enter.
Het neerschieten van Riekus Beverdam
(k.) 7. Fritz Neubachner, reeds eerder genoemd in dit proces-verbaal verklaarde:
‘Omstreeks de dagen waarin Büchner en Blankensteijn waren overleden, tengevolge van de schietpartij te Wierden, werden door zollbeambten tijdens een straatcontrole twee personen gearresteerd, afkomstig uit Wierden en bij ons op de Dienststelle gebracht. Ik meen mij te herinneren dat Gerbig er bij aanwezig was toen zij binnenkwamen. Volgens genoemde beambten waren het frauduleuze slachters uit Wierden.
Toen Gerbig dit vernam gaf hij opdracht aan Holbeck en aan mij de twee mannen te fusilleren als gijzelaars voor Büchner en Blankensteijn. Toen ik opmerkte dat dit toch eigenlijk een onmogelijke opdracht was, gaf hij mij last, de mannen eerst een verhoor af te nemen; ik heb dit gedaan; het bleek mij toen, dat één van hen gehuwd en vader van zes kinderen was, terwijl de andere, voorzover ik mij kan herinneren niet was gehuwd. Ik heb daarna aan Gerbig verslag uitgebracht van dit verhoor, hem onder anderen ook medegedeeld dat de gehuwde persoon aan de Duitse versterkingen te Deventer werkzaam was.
Toen Gerbig dit vernomen had, weifelde hij en zei tegen mij, dat hij er eerst met de staf in Zwolle over wilde spreken alvorens tot maatregelen te zullen overgaan. Hardegen was bij dit gesprek tegenwoordig. Hij zei op de verklaring van Gerbig “Was haben Sie schon wieder, die beide personen werden erschossen, fertig.” Verder zeide hij: “Dencken Sie an Büchner”. Ik merkte hierna op dat Büchner als soldaat in een gevecht was gevallen waarop Hardegen antwoordde: “Nah, und?” Hierop kon ik niets meer zeggen en ben ik weggegaan.
Wat er verder tussen Gerbig en Hardegen is besproken kan ik niet zeggen. Voorzover ik weet heeft Gerbig zich inderdaad met de staf in Zwolle in verbinding gesteld. Des namiddags heb ik Gerbig weer over deze kwestie gesproken; hij deelde mij toen mede dat ik de persoon, die gehuwd en vader van zes kinderen was, dan maar vrij moest laten, terwijl de andere toch gefusilleerd moest worden door Holbeck en mij. Op aanwijzing van Gerbig of Hardegen, dat herinner ik mij niet precies, moesten wij de fusillering zodanig uitvoeren dat het voor derden zou lijken, alsof het slachtoffer tijdens een ontvluchtingspoging was doodgeschoten.
Enige uren hierna kwam Hardegen bij ons op de Dienststelle en zeide tegen mij, daarbij wijzend op de twee arrestanten: “Zijn die twee nu nog hier, denk eraan vanavond.” Na de avondmaaltijd kwam Hardegen weer bij ons en gaf ons opdracht de fusillering uit te voeren in een stille straat in de route van de Dienststelle naar het Huis van Bewaring.
Holbeck en ik hebben diezelfde avond, op welke datum dit precies was weet ik niet meer, de te fusilleren persoon (Beverdam) van de Dienststelle meegenomen in de richting van het huis van Bewaring, te voet. Hij liep op last van ons voor ons uit. Of hij heeft bemerkt of hij zou worden doodgeschoten weet ik niet, doch plotseling op ongeveer 100 meter afstand voor de Grotestraat, wendde hij zich naar rechts met de kennelijke bedoeling om te vluchten.
Toen hij wegliep heb ik hem onmiddellijk geroepen dat hij moest blijven staan. Toen hij echter toch doorliep hebben wij op hem geschoten. Op ongeveer acht meter afstand van ons viel hij dodelijk getroffen neer. Wij hebben nog gebruik gemaakt van een zaklantaarn om te zien of hij dood was; dit bleek inderdaad zo te zijn.
Wij hebben het lijk op de straat laten liggen en zijn teruggegaan naar de Dienststelle, waar Hardegen op ons stond te wachten. Ik heb gemeld dat het bevel was uitgevoerd. Daarna is de Nederlandse Politie gewaarschuwd dat op de Bornsestraat het lijk van een man lag.
Wie zich hieromtrent met de Politie in verbinding heeft gesteld weet ik niet. De gehuwde arrestant is in vrijheid gesteld. Zij zijn geen van beiden door ons geslagen of mishandeld tijdens het verhoor. Beverdam, degene die is doodgeschoten heeft…