Hoofdstuk 10 – Maandag 9 april

Hoofdstuk 10 – Maandag 9 april

Het weer: Koele, mistige ochtend, zonnige middag. Zicht slecht voor de middag, later goed.

De eerste indruk die de Canadezen opdeden van een verminderde verdediging op hun lange flank langs de westzijde van de zijtak van het Twentekanaal, kwam laat op 8 april toen eenheden van een gepantserd verkenningsregiment het aan de basis van deze flank gelegen Goor binnen trokken.

In en rond Wierden was het onwezenlijk stil in de eerste vroege uren van deze maandag, maar dat werd al snel anders. Na een nacht zonder incidenten ging bij het eerste licht peloton 9 van A-compagnie van de Algonquins voorwaarts om peloton 8 af te lossen in het bruggenhoofd bij ten Bos. Informatie van diverse bronnen die binnen druppelde op het hoofdkwartier van de Algonquins, gaf aan dat de vijand zich naar alle waarschijnlijkheid uit Wierden had terug getrokken. Op basis van deze informatie besloot men om peloton 13 van C-compagnie op te laten rukken over de Almelosestraat, langs het bruggenhoofd bij ten Bos, richting het dorp.

Hierbij werd geen tegenstand ondervonden en rond 07.00 uur verschenen de eerste Algonquins in het dorp, spoedig gevolgd door de eerste tanks van de South Alberta’s.

Wierden was bevrijd !!!!

De bevolking kwam uiteraard massaal naar buiten om de bevrijders te verwelkomen.

Wierden werd vervolgens het toonbeeld van doortrekkende Canadese eenheden, wat uiteraard veel bekijks opleverde. Deze eenheden maakten nog deze zelfde dag contact met 2 Canadian Infantry Division in Rijssen, om zodoende het front te stabiliseren.

Ook Enter en Nijverdal werden op deze dag door de Canadezen ingenomen en op de volgende dag (10 april) werd Hellendoorn als laatste “Twentse” plaats bevrijd.

Volgens de Canadese dagboeken hadden de Duitsers blijkbaar Wierden bezet gehouden zo lang dit kon dienen als een beschermende (voor de geallieerden vertragende) positie voor hun terugtocht naar noord west Duitsland. Toen dit steunpunt onhoudbaar werd verdwenen zij naar elders. Duitse parachutisten die (o.a.) bij Wierden hadden gevochten werden later in de omgeving van Zwolle krijgsgevangen gemaakt.

Met het gebied rond Wierden nu gezuiverd van vijanden, vermoedden de mannen van het eerste bataljon van de Algonquins dat zij spoedig opdracht zouden krijgen om zich te verplaatsen en wel naar Duitsland. Daar maakte de hoofdmacht van hun Regiment, als onderdeel van de 10e Infanterie Divisie, zich op om richting Meppen op te rukken. Om 13.45 uur werd dit vermoeden bewaarheid en nog die zelfde middag vertrokken de Shermans en de pantserwagens van het South Alberta Regiment, de kanonnen van 15 Canadian Field Regiment en de Troop Carrying Vehicles met daarin het eerste bataljon van het Algonquin Regiment uit Wierden en omgeving, maar niet nadat zij het bevoegd gezag tijdelijk hadden overgedragen aan leden van de  BS (Binnenlandse Strijdkrachten). Die zelfd avond rond 20.00 uur kwamen de Algonquins aan in het geplande verzamelgebied in de omgeving van Sögel. In noord west Duitsland werd de strijd voortgezet en de Algonquins moesten opnieuw zware gevechten voeren en gevoelige verliezen lijden tijdens gevechten bij onder meer Breddenburg en met name bij het Küstenkanal, totdat Nazi-Duitsland capituleerde op 10 mei 1945.

 Stichting Historische Kring Wederden.

Maandagmorgen 9 april 1945: de eerste Canadese bevrijders in het dorp met blijde inwoners.

Algonquins en leden van de BS.

Vrachtwagen op het v.d. Bergplein.

????????????????????????????

Belangstellende Wierdense bevolking op het v.d. Bergplein.

Aanwijzing voor de geallieerde chauffeurs.