Hoge Hexel – Hongertochten

Hoge Hexel – Hongertochten

De winter van 1944-1945 staat bekend als Hongerwinter. In het Westen van het land is een groot tekort aan voedsel. De centrale keukens delen rantsoenen uit, maar dit is veel te weinig om van te leven. De mensen gaan daarom op zoek naar voedsel, eerst bij boeren in de omgeving, maar als daar niet veel meer te halen valt, trekt de mensenstroom van iedere dag wel 50.000 mensen steeds verder het land in. Met karren, fietsen, kinderwagens en alles wat rolt, beweegt de oververmoeide mensenstroom zicht voort. Deze tochten werden ook wel “hongertochten” genoemd.

Gelukkig waren de meeste boeren hulpvaardig en vroegen ze redelijke prijzen of ruilden goederen voor voedsel. De Duitsers lieten de mensenstroom met rust, om zo geen onrust te veroorzaken. Alleen bij controles werd er regelmatig wat afgenomen. Ook onderling werd er voedsel van elkaar gestolen.

De oorzaak van het voedseltekort zijn de problemen met het vervoer. Door de spoorwegstaking rijden er al maanden geen treinen, als strafmaatregel hierop was scheepvaart door de bezetter verboden. Ook waren veel vervoersmiddelen door de bezetter gevorderd en er was ook geen brandstof. Hulp van de geallieerden was er niet, die waren bezig de oorlog te winnen. De regering probeerde via het Rode Kruis voedselhulp te regelen, wat maar met mondjes maat lukte. De samenwerkende kerken mochten kinderen evacueren en plaatsen bij gezinnen in Overijssel, Drenthe, Groningen en Friesland.

Pas in april kwam er verlichting voor deze mensen. De Duitsers gaven toestemming voor een voedseldropping. Er werd 11.000 ton voedsel in 9 dagen tijd gedropt., de operatie staat bekend als Operatie Manna.

Lichtroute