Wierden West – Het verzet kraakt
Op 15 november 1944 werd er in Almelo de grootste bankroof van Nederland gepleegd. Dit werd gedaan door het verzet. Het geld was bedoeld voor de stakende spoorwegmedewerkers en hun gezinnen. De hele roof werd mede bedacht in de voormalige Slagerij Eshuis, aan de 1e Esweg, welke u in de wijk tegen zal komen. Helaas kende de roof een slechte afloop. Het geld (46 miljoen guldens) werd door de Duitse bezetter gevonden en 6 van de verzetsstrijders vonden de dood in werkkampen.
Het verhaal:
Op 7 November 1944 is bij slager Eshuis (nu woning van mevr. Stam aan de 1e Esweg) een plan gesmeed aan de keukentafel door een aantal verzetsstrijders.

Een plan werd beraamd om de Nederlandse Bank in Almelo te overvallen, dit met toestemming van de regering. Men wist dat daar veel geld geconcentreerd lag om verder naar Duitsland getransporteerd te worden. Er was geld nodig voor de stakende spoorwegmedewerkers en hun gezinnen.


15 November 1944 gaan verzetslieden vanuit café Frielink Harbrinkhoek op de fiets in groepjes naar de bank aan de Wierdensestraat in Almelo.

café Frielink
Om daar vervolgens binnen te dringen. Het personeel wordt gedwongen het geld in 13 kisten vanuit de kluis in de vrachtauto van Willem Meenks uit Rijssen te plaatsen. Pas nu zag Willem Meenks dat hij geen aardappelen, maar geld moest vervoeren!


Terwijl men aan het inladen is, komen er nog marcherende Duitse soldaten langs. Herman Höften (één van de overvallers) weet hen met een “knijpkat” en de koelbloedige opmerking: “Achtung, geldtransport!” af te leiden. Deze actie werkt. De soldaten marcheren voorbij! Met het onklaar maken van de telefoonlijn, werd per ongeluk het alarm doorgeknipt. Een enorm gerinkel! Chauffeur Meenks start onmiddellijk zijn vrachtauto richting Daarle waar ze opgewacht worden bij de schaapskooi om het geld (46 miljoen guldens!) over te laden. De klus is voor Willem Meenks geklaard. Opgelucht, maar voorzichtigheid blijft geboden! Enkele dagen later wordt het geld overgebracht naar Daarlerveen en in een hooiberg verstopt.


2 Weken later heeft Derk Smoes (leider van de verzetsstrijders in Almelo) met Berend Bruynes (“Bruintje”) een afspraak bij café Frielink. Van daaruit vertrekt “Bruintje” met een tas vol valse persoonsbewijzen. Onderweg wordt hij per toeval gefouilleerd. De Duitsers vinden nu de persoonsbewijzen. Door de vreselijke verhoormethode van de Duitsers, breekt “Bruintje”. Hij vertelt dan dat hij deze papieren kreeg bij café Frielink. De Sicherheitsdienst gaat hier heen. Na veel aandringen komen de Duitsers erachter waar het geld verstopt is.
Op 30 November 1944 gaan de Duitsers naar Daarlerveen om het geld terug te halen. Uiteindelijk worden 7 verzetsstrijders opgepakt en uiteindelijk op transport gezet naar kampen in Duitsland….. 6 van hen laten er hun leven. Dit waren Gerard Nijland, Willem Meenks, Douwe Mik, Berend Bruynes, Derk Smoes en Gerard Frielink. Hendrik Frielink (broer van Gerard) heeft het overleefd en zet het café voort.

Het is goed dat de herinnering aan hen en vele andere anoniem gebleven verzetsmensen levend blijft!!
Krantenartikel uit “Tubantia” November 2019:
Vader Nico van Esmond was leider van de Grote Bankroof in Almelo: ‘Inspireert me nog steeds’
ALMELO – Hij is de zoon van verzetsstrijder Derk Smoes, maar wil zijn naam niet dragen. Vandaag, 75 jaar na de grootste bankroof uit de Nederlandse geschiedenis, blikt Nico van Esmond (69) nog één keer terug. „Als je geen vader hebt gehad, kun je hem ook niet verliezen.”
Met de datum heeft hij niks. 15 november 1944: voor Nico van Esmond is het een abstract getal. „75 jaar is voor mij even ver weg als tien of twintig jaar. Het getal zegt me weinig, de gebeurtenis wel. Dat mensen, onder wie dus ook mijn vader, het lef hebben gehad om tegen het onrecht op te staan, inspireert me nog steeds. Dat is ook de zin van herdenken: dat je met dit soort verhalen volgende generaties inspireert.”
Concentratiekamp
Van Esmond was vier toen er voor het ouderlijk huis in Vriezenveen een auto stopte van het Rode Kruis. Het bericht aan zijn moeder was even kort als duidelijk. Derk Smoes, zijn vader, was in het concentratiekamp Neuengamme overleden. Aan een longontsteking, zoals het ook in de officiële administratie van het kamp met Duitse precisie staat genoteerd.
„Kort na de overval hebben ze hem opgepakt. We wisten ook dat hij daar zat. Op die dag kantelde het leven van ons gezin. Ze had twee kinderen en was zwanger van de derde. Uit verhalen van anderen die in hetzelfde kamp zijn geweest, hebben we kunnen opmaken wat er met hem is gebeurd. De vermelding ‘longontsteking’ was niet meer dan camouflage. De werkelijkheid was anders. Ze hebben mijn vader opgehangen.”
Dat zijn vader de leider was van het groepje mannen dat op die bewuste novemberdag in 1944 46 miljoen gulden wist te ontvreemden uit De Nederlandsche Bank in Almelo, vervult hem nog altijd met dubbele gevoelens. Tijdens de grote theaterproductie Het Verzet Kraakt van twee jaar geleden is hij zich daar meer dan ooit van bewust geworden.
Wonderlijke ervaring

© FOTO HISSINK
„Ik ben er twee keer
naartoe geweest. Een wonderlijke ervaring. Wat voor ons een stuk
familiegeschiedenis is, wordt dan opeens uitvergroot. Opeens ook word je dan
weer geconfronteerd met de herinnering aan de vader die je nooit hebt gekend,
maar die er natuurlijk wel was. Aan de ene kant raakt je dat wel natuurlijk,
aan de andere kant is er ook de afstand. Eigenlijk is er helemaal niet zo’n
groot verschil met de rest van het publiek. Het mooie van het stuk is dat het
verhaal van de bankroof losgemaakt wordt van een of twee personen, maar tot een
echt Twents verhaal wordt gemaakt. Aan heldenverering hebben we ook thuis nooit
gedaan. Mijn vader mag dan mee hebben gedaan aan die overval , het was ook de
reden dat we hem als gezin hebben verloren.”
Eigen herinneringen aan zijn vader heeft hij niet. Alleen wat vage flitsen. Wat
Van Esmond en zijn twee zussen weten van Derk Smoes, weten ze via hun moeder.
„Ze vertelde natuurlijk wel iets over hem. Niet overdreven veel, maar toch. Van
zijn verzetswerk wist ze weinig. Ze was er niet bij. Ze had wel contact met
overlevenden, maar ook die vertelden weinig. Mijn vader zelf is eigenlijk
direct al na de Duitse inval betrokken geraakt bij de illegaliteit. Dat ging
steeds verder. Hij kwam ook nog maar weinig thuis. In 1943 moest hij
onderduiken. Contact is er amper nog geweest.”
Over wat zijn vader dreef, hoeft geen misverstand te bestaan. Derk Smoes was
overtuigd socialist, de enige ‘rooie’ in Vriezenveen. Lid van de SDAP en ook
voor de oorlog nooit te beroerd om voor zijn mening uit te komen.
Eigenwijs
„Mijn vader was vooral heel erg eigenwijs, net als ikzelf. Ik lijk op hem. Herman Höften, een van de overlevenden, zei dat ook tegen me toen ik hem in de jaren ’60 ontmoette bij de opname van een film over de bankroof. Ik was toen ongeveer even oud als mijn vader in de oorlog. Het is bizar, maar in die film heb ik hem ook gespeeld. Aan de andere kant wilde ik juist los van hem komen. Ik heb er zelfs mijn naam voor veranderd. Mensen bleven me toch zien als de zoon van. Eigenwijs als ik nu eenmaal ben, heb ik toen dat besluit genomen. Om mezelf te kunnen zijn, had ik geen andere keus.”
Het lot van zijn moeder grijpt hem nog steeds aan. Hoe ze met beperkte middelen moest zien te overleven en tegelijk moest leven met de herinnering aan haar man: het vervult Van Esmond nog steeds met groot respect. „We zijn in 1952 verhuisd naar Enschede. Mijn moeder is op latere leeftijd hertrouwd, maar de oorlog heeft haar nooit losgelaten. Integendeel, hoe ouder ze werd, hoe heftiger alles toch steeds weer terugkwam.”
Zelf bracht hij samen met zijn twee zussen een bezoek aan Neuengamme. Hij zag er de naam van zijn vader staan tussen de eindeloze lijst van doden en stond op de plek waar hij vermoedelijk is geëxecuteerd. „Deprimerend en ontzettend triest. Op weg naar het kamp heeft hij nog een briefje uit de trein gegooid. ,Het spel is gespeeld, en ik heb verloren’, stond daarin. Als je op die plek staat, kan je maar één ding hopen: dat het verhaal van hem en al die anderen nog heel lang een bron van inspiratie mag zijn voor degenen die ons nakomen.”
Tragedie
De overval op de Nederlandsche Bank in Almelo op 15 november 1944 geldt nog altijd als de grootste bankroof uit de Nederlandse geschiedenis. Twaalf Twentse verzetsstrijders waren betrokken bij de actie die 75 jaar geleden in de vooravond begon bij café Frielink in Harbrinkhoek De opbrengst, 46.1 miljoen gulden (vertaald naar nu ongeveer 300 miljoen euro), was bedoeld voor stakende medewerkers van de Nederlandse Spoorwegen. De overval zelf was een succes, maar de actie eindigde in een tragedie. De Duitsers kregen het geroofde geld terug en arresteerden zeven verzetsstrijders. Zes van hen, onder wie Derk Smoes, moesten de roof met de dood bekopen.
Einde krantenartikel “Tubantia”november 2019.